Beekloop Arnhem Sint Jansbeek
Het belooft de eerste lentedag van het jaar te worden. Een uitgelezen dag voor een Beekloopje. We kiezen voor de St. Jansbeek in Arnhem, waarvan de bron in Park Zijpendaal ligt. Vandaar loopt het water via vijvers, romantische waterpartijen en watervallen door Park Sonsbeek naar de stad. Het is geen onbekend gebied voor ons, maar wat we nooit geweten hebben is dat de beek ondergronds door de Arnhemse binnenstad verder stroomt om daarna uit te monden in de Rijn. Sinds 2017 is de Jansbeek bovengronds terug in de stad en kabbelt als een groen lint door het centrum. We laten ons verrassen!
We pakken de trein naar Arnhem. Na een korte aanlooproute zijn we bij het startpunt, bezoekerscentrum Molenplaats Sonsbeek. Routebeschrijving en GPS komen uit de tas en de verrekijker gaat om de nek. Er staan vandaag veel vogels op mijn verlanglijstje waarvan met stip op nummer 1: de ijsvogel. Want ja, beken en ijsvogels, die horen bij elkaar.
Bij de start hebben we direct het hoogtepunt van de wandeling te pakken: de Witte Watermolen. Het is niet alleen de mooiste watermolen van Sonsbeek, maar ook de enige die nog werkt. Al in de Middeleeuwen stonden er langs de Sint Jansbeek tien watermolens, die naast het malen van graan ook werden gebruikt om papier te maken of olie te persen. Alleen de Witte Watermolen en de Begijnenmolen, waarin het Watermuseum is gevestigd, zijn nog over. Kwelplekken, sprengkoppen, vijvers en watervallen herinneren aan de plekken waar de andere watermolens hebben gestaan.
We lopen tussen de Molenplaats en de Witte Watermolen door naar de beek. Tussen de elzen scharrelt een grote zilverreiger. Als hij ons ziet vliegt hij op richting Moerasweide waar hij even later op hoge poten parmantig rondstapt. We volgen de beek stroomopwaarts en passeren de bekende Zwanenbrug. Overal kronkelt en klettert water: langs een trappetje van achtjes, vanaf kleine en grote rotspartijen. Het past allemaal bij de Engelse landschapsstijl waarin het park begin 19e eeuw is aangelegd. Op de plek van de Grote Waterval stond tweehonderd jaar geleden nog de Gelderse Molen. De molen werd afgebroken en maakte plaats voor een rotsformatie met daarin een grot. Vanuit de grot kijk je tegen het watergordijn van de waterval aan.
De Grote Vijver was van oorsprong een ‘molenwijer’, maar werd later verder uitgegraven. Ik zie deftige knobbelzwanen, een familie krakeend en veel grauwe ganzen. Een koppeltje dodaars doet een wedstrijdje ‘wie het langst onder water kan blijven’.
We duiken Park Zypendaal in en dalen af naar een kwelplek. Het is even zoeken naar het smalle graspaadje dat om het bronnenbos loopt. Het pad is afgesloten met een hek en verderop gebarricadeerd met boomstammen. Dus houden we het brede pad over het bruggetje aan.
Bij het kasteel stuiten we op werkzaamheden. Het pad links om het kasteel is opgebroken. Even overwegen we een heen-en-weertje naar de bron van de Sint Jansbeek, maar kiezen er toch voor het rondje om het kasteel te laten voor wat het is.
Als we Park Sonsbeek weer inlopen, staan we even te puzzelen. Volgens de routebeschrijving moeten we linksaf langs de vijver, maar de track gaat even naar rechts. Aha! Daar staat een bankje. Mooie pauzeplek met uitzicht op de Grote Vijver!
Even voorbij de Brasserie komt een man met hond ons tegemoet. ‘Heb je de ijsvogel al gezien?’ roept hij, doelend op de verrekijker die om mijn hals hangt. Op mijn ontkennend antwoord maakt hij een brede armzwaai naar de overkant van het water. ‘Dáár zit-ie!’
Ik richt mijn kijker de bewuste kant op maar helaas, geen blauwe schicht.
Onder spechtgeroffel lopen we een beukenbos in en belanden bij de ijskelder van Huis Sonsbeek. De ijskelder werd iedere winter gevuld met ijs afkomstig uit de Koude Vijver. Zo konden de eigenaren van het park in hete zomers hun dranken en gerechten koel houden.
We lopen het park uit en de stad in waar de beek onder een schilderachtige brug doorstroomt. Aan de waterval kun je zien dat ook hier een watermolen heeft gestaan.
Dan verdwijnt de beek in het spoortalud en stroomt ondergronds verder naar het centrum. Te midden van de Janssingels wordt hij weer even zichtbaar en spuit het beekwater omhoog in de fonteinen.
In de Beekstraat, hoe kan het ook anders, komt de beek weer boven water. We volgen de nieuwe St. Jansbeek door de stad naar de Rijn, waar hij zich, geheel in stijl, met een waterval in de rivier stort. Maar helaas, net voor de Rijnkade stoten we onze neus. De dijk wordt verhoogd en is hermetisch afgesloten. ‘Ze zijn al zo lang bezig en het duurt nog wel tot eind volgend jaar’ moppert een vrouw. Helaas, geen kers op de pudding. Een goede reden om nog eens terug te gaan!