Ontstaan van het Veluws landschap
Het Veluwse landschap kent veel hoogteverschillen. Rivieren hadden zand, grind, stenen en leem aangevoerd. Het opdringende landijs schoof dit materiaal tot stuwwallen omhoog. Ede ligt op de westflank van de stuwwal die zich uitstrekt van Lunteren tot Wageningen. Later schoof het ijs over de stuwwal heen en schaafte de hoogste toppen af. Zo ontstond het stuwwalplateau. De Arnhemseweg looptvanuit het centrum van Ede flink opmhoog. Even voorbij het pannenkoekenhuis De Langenberg wordt het plateau bereikt.
Ansichtkaart versstuurd in de vijfiger jaren van de vorige eeuw
Na de vorming van de stuwwallen ontstonden de droge dalen. De bodem was bijna het hele jaar bevroren. In de zomertijd ontdooide de bovenlaag en he smeltwater stroomde langs de heuvels weg en sleep zo de dalen uit. Toen het klimaat warmer werd ontdooide de bodem langzaam en kon het regenwater er weer in weg zakken.
Ook tegenwoordig stroomt er meestal geen water meer door droge dalen, omdat alle neerslag de grond in trekt. Over de Eder heide en de Ginkelse heide is zo'n dal te volgen. Het gaat verder in het huidige dal van de Renkumse beek. De Kreelse plas is op het laagste punt in dit gebied te vinden.
Later werd veel fijn zand door de wind aangevoerd. De meters dikke dekzandlagen die de laagtes opvulde zijn in de nog actieve stuifzandgebieden nog goed zichtbaar. Door dooiwater en hevige regen spoelde veel zand van de helling af. Er ontstond een glooiend landschap met een steile aanloop vanuit de dalen van de IJssel, Rijn en de Gelderse Vallei. Binnen het Veluwemassief zelf zijn er matige hoogteverschillen.
Ongeveer 3200 jaar voor Chr. komen hier de eerste mensen wonen. In het eikenmengbos kwamen reeën, herten, oerossen, elanden en wilde zwijnen voor. Door het toenemen van de bevolking die leefde van akkerbouw en veeteelt, nam de ontbossing toe. De bossen die zich voornamelijk op de koppen van de stuwwallen bevonden en bestonden uit loofhout,werden vanaf de middeleeuwen beschermd. Rond de ontginningen werden houtwallen met elsen, eiken en beuken aangelegd. Dit was voor de houtproductie en ter bescherming van het ontgonnen land tegen wildvraat en zandverstuivingen. Het beheer van de bossen werd geregeld. Om de stuifzanden in toom te houden vonden aan het eind van de 19e eeuw bosaanplantingen met grove dennen plaats. Het Ginkelse zand werd in 1888 met grove den ingezaaid. In het begin van de 20e eeuw begon men met het ontwikkelen van gemengde bospercelen met naald- en loofhoutsoorten. Meer belangstelling voor het bosgebied door het opkomende toerisme zorgde er ook voor dat de bossen veranderden.
Een ansichtkaart verstuurd op 27 augustus 1923
Heide- en zandverstuivingen op de Veluwe
Door het kappen van veel bossen in de middeleeuwen, ontstonden op veel plaatsen heidevelden. Boeren gingen schapen houden die wol en vlees leverden. Overdag graasden de schapen op de heidevelden. 's Nachts overnachten de schapen in de schaapskooi. Mest en urine werden opgnomen in de heideplagen die op de vloer lagen. Doordat er steeds een nieuwe laag plaggen over de vorige heen werd gedaan, kwamen de schapen steeds hoger te staan. Als de schapen bijna het dak raakten, werd de schaapskooi leeggehaald. De heideplaggen werden over de akker verspreid. Zo werd de vruchtbaarheid van de grond op peil gehouden.
Herder met zijn schapen de hei op. Ongeveer helft 20e eeuw
Blijvende schade aan de hei werd door te grote begrazingsdruk en te diep plaggen veroorzaakt.Er ontstonden kale plekken die zandverstuivingen werden. Later gebeurde dit op zo'n grote schaal, dat de nederzetting Kootwijk helemaal onder het zand verdween. Door de opkomst van kunstmest rond 1900, het kelderen van de wolprijs door massale wolinvoer, verdween de schapenteelt op de hoge zandgronden bijna geheel.
Men begon met de ontginning van de woeste gronden. Op grote schaal werdengrove dennen aangeplant.De oppervlakte van woeste gronden is enorm afgenomen. Dit geldt zowel voor de heide als voor de zandverstuivingen. Kootwijkerzand is met 1200 hectare nog één van de grootste actieve zandverstuivingen die Nederland heeft.